De gouden goden van Cambodja

Onlangs werden de tempels van 
Angkor, de ‘verloren’ stad in de jungle 
van Cambodja, door Lonely Planet uitgeroepen tot de nummer één-bestemming ter wereld. Maar het land heeft ook aan modernere architectuur veel interessants te bieden, bijvoorbeeld uit de tijd dat de Franse elite vakantie vierde aan de ‘Khmer Rivièra’.
Helikoptertours geven de beste indruk van de omvang van Angkor Wat, het grootste religieuze bouwwerk ter wereld.
Helikoptertours geven de beste indruk van de omvang van Angkor Wat, het grootste religieuze bouwwerk ter wereld.
Best mooi natuurlijk: de zonsopgang boven­ de vijf torens van Angkor Wat. Maar wie er per se een foto van wil hebben, moet weten: het grootste religieuze bouwwerk ter wereld trekt jaarlijks twee miljoen bezoekers. Dus wie net als de rest dat éne ansichtkaartje voor zichzelf wil recreëren, wacht een barre tocht door een donker woud van selfiesticks.
Het goede nieuws: rond het middaguur loopt er op dezelfde plek geen kip. En bovendien is er wel wat meer te zien. Een pre-industriële megastad, verspreid over duizend vierkante kilometer, overdekt door jungle, met ruim duizend tempels.
Het gros van die tempels bestaat uit niet veel meer dan kleine altaars in rijstvelden, maar dan nog blijven er zo’n honderd over die een bezoek waard zijn, vertelt Stéphane de Greef. En als je dan ook nog eens bedenkt dat de meeste mensen dezelfde vier tempels bezoeken, wordt ineens duidelijk dat je zelfs in de drukste tijd van het jaar soms prachtige tempels bijna helemaal voor jezelf kunt hebben.
De Greef kan het weten. De 36-jarige Belg woont al meer dan tien jaar in Cambodja. Hij spreekt vloeiend Khmer. Hij is fotograaf, cartograaf én milieutechnisch ingenieur. Ze noemen hem ‘Ant Man’ wegens zijn diepgaande studie van lokale insecten. En ‘Indiana Jones’, omdat hij verloren steden in de jungle blootlegt. Met lasers.
De poort van Bat Chum, een van de minder bekende tempels van Angkor. Zelfs op drukke dagen kun je er de massa ontvluchten.
De poort van Bat Chum, een van de minder bekende tempels van Angkor. Zelfs op drukke dagen kun je er de massa ontvluchten.
Vandaag leidt De Greef echter een groepje journalisten door de tempels buiten de gebaande paden van de Angkor-site. Dat is nodig, want de druk van het massatoerisme neemt toe. De beste manier om daarmee om te gaan, is om de mensen te spreiden. Niet alleen over het enorme gebied van Angkor, maar ook over de seizoenen. In het regenseizoen bijvoorbeeld, droogt de stroom toeristen nagenoeg op, terwijl het met die neerslag enorm meevalt. ‘Het is mijn favoriete tijd van het jaar: koeler, minder stoffig, en er is meer dierenleven te zien. Meestal is de regen na een uurtje voorbij. Bovendien is de gracht rondom Angkor Wat vol, en bedekt met een tapijt van lelies.’
Terwijl De Greef zich over de kleinste details uitlaat – ‘Zie je die steentjes op het pad? Dat zijn allemaal scherven van potten en tegels’ – houdt hij ook steeds het overzicht. Hoe groot de site is, valt vanuit een helikopter pas echt op. Zover het oog reikt, steken torens uit het bladerdak. Helikoptertours, waarbij verschillende verafgelegen tempels in één dag kunnen worden bezocht, genieten een groeiende populariteit. Toch blijft zelfs met een ‘helicopter view’ een belangrijk deel aan het oog onttrokken. Pas toen de Greef enkele jaren geleden als eerste de bodem onder het bladerdak vanuit de lucht met ­laserscans in kaart bracht, werden de omvang en complexiteit van Angkor blootgelegd. De ‘3D-renderings’, die hij nu op zijn smartphone bij zich draagt en vaak ter illustratie tevoorschijn tovert, geven een nauwkeurig gepland stratenplan prijs. Daartussen, waar ooit huizen stonden, verschijnt een ordelijk patroon van heuveltjes: de stille getuigen van de houten megastad die tussen de 9de en de 15de eeuw de zetel van het Khmer-koninkrijk was. Met op zijn hoogtepunt, zo wordt geschat, tot wel een miljoen inwoners. Hedendaags Siem Reap, de toeristische stad die naast de archeologische site van Angkor is gegroeid, steekt daar met een inwonertal van 200.000 magertjes bij af.
Honderden monniken zijn nog dagelijks in Angkor Wat te vinden.
Honderden monniken zijn nog dagelijks in Angkor Wat te vinden.
Beelden uit Angkor Wat, dat nog steeds in gebruik is als heiligdom. Rechtsonder: relief van apsara’s.
Beelden uit Angkor Wat, dat nog steeds in gebruik is als heiligdom. Rechtsonder: relief van apsara’s.
De Angkor-site mag dan wel de bekendste zijn, in feite staat heel Cambodja vol ruïnes van verloren steden en beschavingen. De Greef speelde enkele jaren geleden zelfs een sleutelrol bij de ‘vondst’ van Mahendraparvata, een stad in het Cambodjaanse achterland ten noorden van Angkor, die nog eens 350 jaar eerder werd gesticht. Men wist wel van het bestaan van die stad af, maar totdat met miljarden laserpulsen de bodem onder het gebladerte in kaart werd gebracht, had niemand durven vermoeden dat deze ooit de omvang had van de huidige hoofdstad Phnom Penh.
Modernistische villa’s
Ook als wij van Siem Reap onze weg naar het zuiden vervolgen, komen we langs kleinere, maar niet minder tot de verbeelding sprekende tempels langs de weg. Nog verder, voorbij Phnom Penh, in het kustplaatsje Kep, treffen we een heel andere soort ruïnes aan: die van modernistische villa’s. Het zijn de stille getuigen van de glorievolle jaren vijftig en zestig, toen ‘Kep-sur-Mer’ het middelpunt was van een heuse Khmer Rivièra. Totdat de Rode Khmer het land in puin legden, was dit de artistieke speeltuin voor de rijke Frans-koloniale elite, met een komen en gaan van celebrity’s – denk Catherine Deneuve en Jackie Kennedy in Cadillacs. Vandaag de dag is het dertigtal dat nog enigszins overeind staat meestal totaal vervallen en vol graffiti. Er zijn echter een paar uitzonderingen. De moderne Khmer-elite checkt de laatste jaren weer in bij het luxeresort Knai Bang Chatt, dat bestaat uit een aantal villa’s die in 2006 door de Belg Jef Moons uit de greep van de jungle werden gered. Als Moons ons meeneemt op een tour langs de kust, zien we de ene na de andere ruïne – waaronder eentje van de koning zelf – met opvallende gelijkenissen met Angkor Wat: er groeien complete bomen uit de daken. Hun gretige wortels trekken als de tentakels van een octopus aan muren en funderingen.
Het Institute of Foreign Languages in Phnom Penh is een goed voorbeeld van Nieuwe Khmer-architectuur.
Het Institute of Foreign Languages in Phnom Penh is een goed voorbeeld van Nieuwe Khmer-architectuur.
Moons legt uit dat de villa’s exponenten zijn van de zogenoemde Nieuwe Khmer-school van architectuur die populair was in de jaren zestig. Deze school was onderdeel van een korte, maar intense culturele opleving die volgde op de Cambodjaanse onafhankelijkheid in 1953. Grofweg twee decennia lang absorbeerden trotse Khmer elementen van westerse moderniteit en maakten er iets eigens van. Zo waren er traditionele crooners die zich psychedelische surfrock eigen maakten en briljante mash-ups vol funky baspartijen en hyperactieve pianosolo’s produceerden. Ook de excentrieke koning Norodom Sihanouk deed eraan mee, als acteur, componist en filmmaker. Zijn bekendste film uit die tijd, La Joie de Vivre, was een soort Cambodjaanse motownmusical, inclusief koortsachtig geshimmy op het opzwepende gekraai van een Khmer-versie van James Brown.
In de jaren zeventig maakten de Rode Khmer hier echter op brute wijze een einde aan. In de genocide die onder het maniakale Pol Pot-regime plaatsvond, eindigden naar schatting 1,7 miljoen Cambodjanen – een kwart van de toenmalige bevolking – in een massagraf. Vooral het intellectuele en artistieke deel van bevolking moest het ontgelden. Van het gros van de culturele elite, onder wie filmsterren en populaire muzikanten, is nooit meer iets vernomen. Toch is het land in één opzicht een cultuurvernietiging bespaard gebleven. Hoe, krijgen we te zien in Phnom Penh.
Net als de eeuwenoude tempels van Angkor vormen de overblijfselen van Nieuwe Khmer-architectuur in Phnom Penh de laatste tastbare herinneringen aan een verloren gegaan stuk beschaving. Op een speciale tour met tuktuks rijden we langs de belangrijkste Nieuwe Khmer-gebouwen. De route leidt niet alleen langs megalomane universiteits­gebouwen, maar ook langs hoopgevende projecten van sociale woningbouw en sport. De hoogtepunten zijn van de hand van de toenmalige staatsarchitect Vann Molyvann, onder wiens leiding Phnom Penh in de jaren zestig en zeventig compleet werd getransformeerd.
De in Frankrijk geschoolde visionair, die carte blanche kreeg van de koning zelve, fuseerde Le Corbusiers modernistische principes met de op het tropische klimaat afgestemde technieken van zijn voorvaderen. Zo zien we hoe het Institute of Foreign Languages dezelfde lay-out heeft gekregen als het Angkor Wat-tempelcomplex. De tour eindigt bij wat velen zien als Vann Molyvanns meesterwerk: het olympisch stadion. Ondanks een abominabele staat van onderhoud is het een imposant gebouw dat nog steeds geliefd is onder lokale sportievelingen en voor iedereen toegankelijk is. Rond zonsondergang worden er enorme luidsprekers rondom de tribunes opgesteld om een grootschalige work-out van opzwepende muziek te voorzien. Op het eerste gezicht lijkt het mijlenver verwijderd van het plaatje van exotische tempelcomplexen dat Cambodja doorgaans oproept. Toch heeft Vann Molyvann hier bewust de eeuwenoude bouw- en watermanagementtechnieken van zijn voorvaderen gebruikt. Zo rust zelfs dit beeld van modern Cambodja nog op dezelfde trotse fundamenten als Angkor Wat.

Reizen op maat

Jurriaan Teulings reisde op uitnodiging van China Airlines en Lolei Travel, een Nederlandse reisagent in Siem Reap die op maat gemaakte reizen organiseert door Zuidoost-Azië. Deze partijen hebben geen inspraak gehad op de inhoud en presentatie van het artikel.
Info: loleitravel.comchina-airlines.com. China Airlines vliegt dagelijks naar Phnom Phen, met tussenstop in Bangkok (vanaf 915).
Meer FD Persoonlijk? Lees verder op fdpersoonlijk.nl.

Reacties

Populaire posts van deze blog

លោក​ ជា សុផារ៉ា ​ត្រូវ​តែងតាំង​ជា​ប្រធាន​អាជ្ញាធរ​ជាតិ​ដោះស្រាយ​រឿង​ដីធ្លី

Blik op je Geld: aderlating voor je aandelen, tanken wordt goedkoper en hypotheekrente blijft laag

មន្ទីរពិសោធន៍​ជីវវេជ្ជសាស្ត្រ​ដំបូង​នៃ​កម្ពុជា ​ទទួល​វិញ្ញាបនបត្រ​ ISO ​ពី​បារាំង